Skip to main content

Regionale samenwerking

Passend onderwijs voor alle leerlingen vraagt om samenwerking van veel partijen. Binnen het samenwerkingsverband en ook daarbuiten.

Voor- en vroegschoolse educatie

De voor- en vroegschoolse instellingen zijn belangrijke ketenpartners om een doorgaande ontwikkelingslijn van ieder kind te kunnen realiseren / waarborgen.

Voortgezet onderwijs

Het voortgezet onderwijs is een belangrijke ketenpartner om een doorgaande ontwikkelingslijn van PO naar VO te kunnen realiseren / waarborgen. Het afstemmen van aanbod, het overdragen van gegevens en de warme overdracht vormen hierin kernaspecten.

(Jeugd)hulp

Lokale welzijn- en zorginstellingen (centra voor jeugd en gezin, maatschappelijk werk, jeugdgezondheidsdiensten, jeugdhulpinstellingen) zijn belangrijke en onmisbare partners voor het SWV. Immers, ontwikkelingen met betrekking tot de integratie van jeugdbeleid op gemeentelijk niveau, de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning), de WLZ (Wet Langdurige Zorg), de Participatiewet en de Wet passend onderwijs liggen in elkaars verlengde en beïnvloeden elkaar.

Auditief/ communicatieve beperking

Leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking (doof, slechthorend en/of ernstige spraaktaalmoeilijkheden) kunnen een beroep doen op cluster 2. Indien de onderwijsbehoefte van deze leerlingen de zorgplichtmogelijkheden van de scholen binnen het samenwerkingsverband overstijgt kan cluster 2, in dialoog met de betreffende school, maatwerk bieden in de vorm van een passend onderwijs arrangement.

De toeleiding naar extra ondersteuning vanuit of plaatsing in cluster 2 verloopt via de landelijke specifieke regels van cluster 2 en voor deze regio via melding bij de Mgr. Hanssenschool in Hoensbroek / Roermnd. Scholen/besturen melden rechtstreeks aan bij de instelling van cluster 2, zonder tussenkomst van het SWV.

Website Mgr Hanssenschool

Landelijk werkverband epilepsie

Leerlingen met epilepsie en aanverwante neurologische stoornissen kunnen, als er sprake is van specifieke onderwijsbehoeften, rekenen op ondersteuning vanuit het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE).

Het LWOE wordt gevormd door de ambulante diensten van de twee Nederlandse epilepsiescholen ‘De Berkenschutse’ in Heeze en ‘De Waterlelie’ in Cruquius. Beide scholen zijn verbonden aan een Epilepsiecentrum (3e-lijns ziekenhuis) voor epileptologie en neurologisch bepaalde leerstoornissen, respectievelijk Kempenhaeghe en Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN).

Het LWOE biedt ondersteuning voor leerlingen met epilepsie in het regulier onderwijs en leerlingen in het speciaal onderwijs. Na aanmelding bij het LWOE door ouders, arts, school of samenwerkingsverband volgt directe, preventieve betrokkenheid door een onderwijskundig begeleider van het LWOE. Indien meer intensieve ondersteuning nodig is, wordt de ondersteuningsbehoefte en het begeleidingsarrangement voor de betreffende leerling vastgesteld. Dit in afstemming met school en ouders / verzorgers.

Website LWOE

Visuele beperking

Ambulant Onderwijskundige Begeleiding
Reguliere scholen en scholen voor speciaal onderwijs die een leerling met een visuele beperking op hun school hebben, kunnen rekenen op deskundige begeleiding en advies van een onderwijsinstelling uit cluster 1. In Nederland zijn er twee onderwijsinstellingen voor cluster 1: Bartiméus Onderwijs en Visio Onderwijs. Bartiméus en Visio begeleiden al meer dan 40 jaar leerlingen met een visuele beperking in het regulier onderwijs. Meer dan 80% van de leerlingen volgt thuisnabij onderwijs met de ondersteuning van ambulant onderwijskundige begeleiding.

De begeleiding vanuit een onderwijsinstelling voor cluster 1 bestaat uit drie componenten:

  • ambulante onderwijskundige begeleiding en advies aan scholen/instellingen die onderwijs geven aan een leerling met een visuele beperking
  • cursussen voor leraren in het regulier onderwijs die onderwijs geven aan leerlingen met een visuele beperking, alsmede cursussen voor de leerlingen zelf en hun ouder(s) / verzorger(s)
  • aanvullende bekostiging voor reguliere PO en VO-scholen.

Passend (voortgezet) speciaal onderwijs
Voor een aantal leerlingen is thuisnabij onderwijs in een bepaalde ontwikkelingsfase niet voldoende. Deze leerlingen stellen, naast de visuele beperking, een (of meerdere) extra hulpvraag /hulpvragen. Zo kan er bijvoorbeeld sprake zijn van sociaal emotionele problemen, leermoeilijkheden, een verstandelijke beperking, lichamelijke beperkingen of een syndroom.

Binnen een gespecialiseerde setting op een onderwijsinstelling van cluster 1, wordt dan ingespeeld op de individuele hulpvragen en mogelijkheden van deze leerlingen. Op deze manier kunnen zij zich zo optimaal mogelijk ontwikkelen en kan er tevens gebouwd worden aan een terugkeer naar een vorm van regulier onderwijs.

Website BartimeusWebsite Visio